Bonte strandloper
Strandlopers zijn bijzondere vogels, we zien ze vooral op doortrek of overwinteren. Broeden doen ze meestal in het hoge Noorden.
De Bonte strandloper (Calidris alpina) is een broedvogel van toendra's, overwinteren doen ze oa. bij ons maar ook veel zuidelijker tot Zuid-Europa en zelfs tot Noord-Afrika. Er zijn bij ons drie ondersoorten te zien; alpina, schinzii en arctica.
Ze voeden zich met ongewervelden die ze vinden door met hun snavel als een naaimachine te puren in slib. Door de tastzenuwen in hun snavel voelen ze naar hun voedsel in de zachte, natte bodem. In getijgebieden zijn ze actief volgens het getij.
In Prachtkleed zijn bovendelen warmbruin, witte onderdelen met zwarte vlek op de buik. In winterkleed zijn ze grijzer van tint. Ze zijn zelden alleen met zelf op gunstige voedselplaatsen soms met honderden of duizenden.
Het zijn uitstekende vliegers en zijn zelfs in staat om in geval van nood zeer scherpe bochten te maken om te kunnen ontsnappen aan belagers.
In het Zwin Natuur Reservaat zijn ze buiten het broedseizoen meestal te zien op de slikken.
FR: Bécasseau variable
EN: Dunlin
DE: Alpenstrandläufer