Koereiger

De Koereiger (Bubulcus ibis) is een opvallende, middelgrote reiger die bekend staat om zijn associatie met vee en grazende dieren. Deze reigers zijn gemakkelijk te herkennen aan hun witte verenkleed en vaak oranje-gele veren op de kop, borst en rug tijdens het broedseizoen.

Die vuil-gele kleur wordt ook wel "isabelkleur" genoemd en verwijst naar een specifieke, zachtgele tot lichtbeige kleur. Deze kleur komt voor bij dieren, zoals paarden en vogels, en wordt vaak beschreven als een lichte, crèmekleurige tint met een vleugje grijs of bruin. De naam "isabelkleur" is vermoedelijk afkomstig van de historische anekdote over Isabella van Castilië (1451–1504), die volgens de legende beloofde haar onderkleding niet te wassen tot de belegering van Granada voorbij was, wat een lange tijd duurde en resulteerde in een verkleuring die overeenkomt met deze zachte tint. Of naar Isabella van Spanje (1566–1633), landvoogdes van de Zuidelijke Nederlanden. Tijdens het Beleg van Oostende in juli 1601 had zij gezworen haar hemd niet te vervangen tot de stad was ingenomen. Het beleg duurde echter drie jaar, waarna haar hemd een gelige kleur had aangenomen. De naam zou ook afgeleid kunnen zijn van het Arabische woord izah, dat leeuw, of leeuwkleurig betekent.

Kenmerken:

• Lengte: Ongeveer 45 tot 52 cm.
• Spanwijdte: 85 tot 95 cm.
• Kleur: In de broedtijd hebben ze oranje-gele verenkleed accenten op de kop, borst en rug. Buiten de broedtijd zijn ze volledig wit.
• Snavel: Korte, gele snavel die in de broedtijd soms oranjerood kan worden.

Leefgebied: Koereigers worden vaak aangetroffen in de buurt van water, zoals meren, moerassen en rivieren. Ze hebben zich echter ook goed aangepast aan agrarische landschappen en worden vaak gezien op weilanden en akkers waar vee graast.

Voedsel: De Koereiger voedt zich voornamelijk met insecten, vooral sprinkhanen, vliegen en andere ongewervelden. Ze jagen vaak in de buurt van vee, waarbij ze profiteren van de insecten die door de grazende dieren worden opgejaagd. Ze eten ook kleine amfibieën, reptielen en soms kleine knaagdieren.

Gedrag en voortplanting: Koereigers zijn sociale vogels die vaak in kolonies broeden, vaak samen met andere reigersoorten. Het nest is een platform van takken dat meestal in bomen of struiken wordt gebouwd. Het legsel bestaat uit 3 tot 5 eieren die door beide ouders worden uitgebroed. Koereigers staan bekend om hun gewoonte om op de rug van vee te zitten, waar ze rusten en foerageren.

Bescherming en status: De Koereiger heeft een wijdverspreide populatie en wordt momenteel niet als bedreigd beschouwd. Ze hebben geprofiteerd van hun aanpassingsvermogen aan veranderende omgevingen en het vermogen om in de buurt van menselijke activiteit te leven. Het beschermen van hun leefgebieden en nestplaatsen blijft echter belangrijk voor hun voortbestaan. Sinds een aantal jaar is de Koereiger ook bij ons in de zwinstreek aanwezig en ook broedvogel.

FR: Héron garde-boeufs