Wintertaling

Wintertaling
Wintertaling, Uitkerkse polder - eigen foto

De wintertaling (Anas crecca), is een kleine, sierlijke eend die wijdverspreid is in Europa en Azië.

Kenmerken:

  • Grootte: Ongeveer 34-38 cm lang.
  • Kleur: Mannetjes hebben een opvallend kastanjebruin hoofd met een groene oogstreep, terwijl vrouwtjes wat soberder zijn met bruine en grijze tinten.
  • Geluids: Het mannetje maakt een hoog, fluitend geluid, vaak gehoord tijdens de broedperiode.

Habitat:

Wintertalingen zijn vaak te vinden in ondiepe zoetwatermoerassen, meren en langzaam stromende rivieren. Ze verkiezen gebieden met veel waterplanten, waar ze zich kunnen voeden en schuilen.

Gedrag:

  • Voeding: Ze eten vooral waterplanten, kleine visjes, insecten en larven.
  • Trekken: Ze zijn trekvogels en kunnen grote afstanden afleggen tussen hun broedgebieden in het noorden en hun overwinteringsgebieden in het zuiden van Europa en Noord-Afrika.

Voortplanting:

Wintertalingen nestelen vaak in dichte vegetatie nabij water. Het vrouwtje legt meestal 6-10 eieren, die ze ongeveer 23-24 dagen uitbroedt. De jongen zijn al snel na het uitkomen in staat om voor zichzelf te zorgen.

Voorkomen in de Zwinstreek:

De Wintertaling is een algemene wintergast bij ons.